Nicolaas Bastert

Nicolaas Bastert aan het werk in zijn atelier op 9 maart 1893. Bron: Wikimedia Commons.

Syvert Nicolaas Bastert, roepnaam Nicolaas of Nico is vooral bekend vanwege zijn prachtige gezichten langs de rivier de Vecht, hetgeen hem de titel De Vechtschilder heeft doen verkrijgen. Dit schilderij, Weerestein in Breukelen, is één van de vele voorbeelden van zijn Vechtschilderingen.

Bastert werd op 7 januari 1854 geboren in een vooraanstaande familie op de buitenplaats Otterspoor te Maarsseveen. Zijn vader was Jacob Nicolaas Bastert, een handelsondernemer en politicus.

Aanvankelijk zou Nicolaas Bastert in de voetsporen van zijn vader treden en werkte hij op diens kantoor te Amsterdam, zij het niet dat Nicolaas meer een voorliefde voor het vak van kunstenaar had. Zo trad hij in de leer bij Petrus Josephus Lutgers, die hem tekenlessen gaf.

Lutgers is als kunstenaar zeer belangrijk geweest voor de Vechtstreek en heeft hier velerlei schilderingen, tekeningen en litho’s van de omgeving gemaakt. Een boek met litho’s van zijn hand valt op deze expositie te bewonderen.

Bastert voelde zich echter meer aangetrokken tot de schilderkunst en besloot in Amsterdam in de leer te gaan bij Marinus Heijl. In diens atelier ontmoette Bastert medeleerling Geo Poggenbeek, waarmee hij levenslang bevriend raakte.

In 1876 werden Bastert en Poggenbeek toegelaten tot de dagopleiding van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam.

Na eerst afwisselend in Amsterdam en Maarssen te hebben gewoond, betrok Bastert in 1881 samen met Poggenbeek een houten pandje in Breukelen. Dit optrekje was gelegen ten oosten van Groenzicht, een tuinderswoning aan de Poeldijk, tegenwoordig de Marijkestraat 26. Bastert en Poggenbeek huurden dit onderkomen van de eigenaar van Groenzicht, Jacob Gerwig, die het nog datzelfde jaar had laten bouwen.

De Poeldijk te Breukelen omstreeks 1910. Links Groenzicht. Het pandje achter de brug betreft Bohème. Bron: Tijdschrift Historische Kring Breukelen, jrg. 14, nr. 3, p. 135.

In circa 1885 maakte Bastert onderstaand schilderij van dit houten pandje, wat hij en Poggenbeek Huisje Bohème hadden gedoopt. Bohème betekent zoveel als “de wereld van jonge kunstenaars die van de hand in de tand leven” en is illustratief voor het vrijgevochten leven van Bastert en zijn kompaan en medekunstenaar Poggenbeek.

Huisje Bohème te Breukelen, Nicolaas Bastert, circa 1885. Bron: Wikimedia Commons, onder licentie Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationaal.

Bastert en Poggenbeek verlieten Huisje Bohème in 1887. Zo een honderd jaar later, omstreeks 1985 is het houten woninkje afgebroken en vervangen door een stenen woning met de naam Bohème.

Bastert trok er geregeld met Poggenbeek op uit om ter plekke het landleven te schilderen. Bovendien maakten zij samen reizen naar het buitenland, waaronder in 1897 naar Mantes-la-Jolie in Frankrijk, alwaar zij veel schilderingen van de natuur vervaardigden.

Toegangspoort naar Chateau des Celestin nabij Mantes-la-Jolie, Nicolaas Bastert. Bron: MutualArt.

Vanaf 1890 werd Bastert pas echt een succesvol schilder. Zo won hij in 1892 de gouden medaille op de tentoonstelling Levende Meesters te Amsterdam. In 1895 mocht hij zijn eerste eigen eenmanstentoonstelling houden bij de firma E.J. van Wisselingh. Zodoende kon Bastert zich de huur veroorloven van het achttiende-eeuwse buiten Rupelmonde, gelegen aan de Vecht te Nieuwersluis.

Naast de innige vriendschap met Poggenbeek onderhield Bastert tevens relaties met andere medekunstenaars. George Breitner was hier een van, die net als Bastert les in tekenen en anatomie had gehad van August Allebé. Een andere betrof Hein Kever, met wie Bastert in 1895 Parijs had bezocht om Poggenbeek op te halen. Aldaar bezocht hij tevens het befaamde Louvre en Boussod, Valadon & Cie en Durand-Ruel & Cie, twee grote kunsthandelaren. Ook met zijn leraar Marinus Heijl onderhield Bastert een goede vriendschap.

Bastert, tweede van links, als onderdeel van de Commissie van Beheer over de Kunstzalen van Arti et Amicitiae. Verder van links naar rechts op de foto: Poggenbeek, Heijl, Kever en Breitner. Bron: RKD (cat.nr. RKD-PF-95) via Wikimedia Commons.

Bastert, tweede van links, als onderdeel van de Commissie van Beheer over de Kunstzalen van Arti et Amicitiae. Verder van links naar rechts op de foto: Poggenbeek, Heijl, Kever en Breitner. Bron: RKD (cat.nr. RKD-PF-95) via Wikimedia Commons.

Bastert, Poggenbeek, Heijl, Breitner en Kever waren allen lid van Arti et Amicitiae (Latijn, betekenend voor de kunst en de vriendschap), een Amsterdamse kunstenaarsvereniging. Rond 1893 vormden zij hier gezamenlijk de Commissie van Beheer over de Kunstzalen.

Nicolaas Bastert wordt gerekend tot de nabloei van de Haagse School. Hiertoe behoort in zekere mate ook het vroege werk van George Breitner, alhoewel deze laatste bekender is om zijn Amsterdams impressionisme, waar hij één der grondleggers van is.

De nabloei van de Haagse School valt te kenmerken als ‘realistisch impressionisme’. Beïnvloed door de Franse schilders van de School van Barbizon schilderden de Haagse Scholers en plein air, ofwel in de open buitenlucht. Zo waren de natuur en het landschap bij uitstek het onderwerp binnen deze kunstenaarsstroming. Een andere kunstschilder wiens werk onderdeel is van de nabloei van de Haagse School was Fredericus van Rossum du Chattel. een schilderij van hem, namelijk Poldervaart in de Vechtstreek is tevens op deze tentoonstelling te zien.

Bastert is van grote invloed geweest op latere Vechtschilders. Zo heeft hij onder anderen tot inspiratie gediend voor de zelfonderwezen kunstschilder Evert Jan Ligtelijn, van wie tevens op deze tentoonstelling werk valt te bewonderen. Dat Ligtelijn goed naar het werk van Bastert heeft gekeken valt op te maken uit zijn schilderij Vechtgezicht bij Breukelen in de winter, dat sterke gelijkenis toont met Basterts Gezicht op de Vecht bij Breukelen.

Vechtgezicht bij Breukelen in de winter, Evert Jan Ligtelijn. Bron: Versteegh, Jaap (2022), De Schilders van de Vechtstreek (p. 115).

Ligtelijns werk kenmerkt zich door een eigen charme, geschilderd met vlotte penseelstreken is er sprake van een duidelijk impressionisme.

Gezicht op de Vecht bij Breukelen, Nicolaas Bastert. Dit Schilderij is tevens in het echt op deze tentoonstelling te aanschouwen. Bron: Versteegh, Jaap (2022), De Schilders van de Vechtstreek (p. 113).

Het in deze werken afgebeelde karakter van Breukelen is overigens zelfs nu weinig veranderd. Zeker nu de oude dubbelen houten brug waar menig inwoner van Breukelen bekend mee was, eind 2021, begin 2022 is vervangen door een metalen variant overeenkomstig het ontwerp van de brug uit de tijd van Bastert.

Breukelen met de eind 2021, begin 2022 nieuw gelegde brug en het ons heden ten dage alom bekende zomerse pleziervaartverkeer. Foto: Gerhard Hof, 17 juli 2022.

In 1922 werd het buiten Rupelmonde Bastert te groot en zo verhuisde hij naar de Dorpsstraat te Loenen aan de Vecht, waar ook zijn leermeester in de tekenkunst Lutgers had gewoond. Alhier bleef hij wonen tot zijn dood op 18 april 1939, 85 jaren oud.

Weerestein heeft de tand des tijds goed doorstaan en is nog altijd te bewonderen (foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Albert Speelman).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meld uzelf aan voor de nieuwsbrief
 © 2024 Vechtstreek Museum
Webdesign: JHmedia