Willem van Leusden

Willem van Leusden in zijn atelier in het huis Mariënhof te Maarssen. Het schilderij op de ezel betreft een versie van één van zijn werken getiteld Verborgen beelden, een surrealistisch zelfportret. Foto: L.H. Hofland, 31 maart 1967. Bron: Het Utrechts Archief, onder licentie.

Willem van Leusden werd op 25 september 1886 in een orthodox calvinistisch gezin te Utrecht geboren. Na het voltooien van de opleiding Handtekenen aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te Den Haag bezocht Van Leusden van 1907 tot 1910 de etsklas van Pieter Dupont in het avondonderwijs aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. Van Leusdens werk maakte veel indruk op Dupont en hij beloonde zijn leerling dan ook met hoge cijfers.

De Langegracht, Willem van Leusden, 1910. Een typische topografische ets voorstellende de bocht in de Vecht op de hoek van de Langegracht en de Zandweg te Maarssen. Aangezien de situatie hier in spiegelbeeld getoond wordt, heeft Van Leusden deze ets niet met behulp van een spiegel vervaardigd. Bron: Versteegh, Jaap (2022), Schilders van de Vechtstreek (p. 98).

Schippersgracht bij avond, Willem van Leusden, 1910. Dit is een gewaagdere ets, specifiek een aquatint. De aquatint is een etstechniek waarbij de etser gebruikt maakt van harspoeder om in plaats van de traditionele etslijnen, egale vlakken te realiseren. Bron: Versteegh, Jaap (2022), Schilders van de Vechtstreek (p. 100).

Van Leusden vervaardigde aanvankelijk veel traditionele etsen en tekeningen in deze periode; polderlandschappen met molens, dorps- en stadsgezichten en portretten. Tijdens zijn studiereis van 1912 in België en Frankrijk heeft hij veel kathedralen en oude binnensteden geëtst en getekend. Zeker bij de etsen van de kathedralen besteedde Van Leusden zeer veel aandacht aan hun uiterlijke structuren.

Kathedraal van Amiens, Willem van Leusden, 1913/1914. Een van de etsen die Van Leusden tijdens zijn studiereis maakte. Bron: kunsthandel Pygmalion.

Twee werken uit Van Leusdens vroege periode, gemaakt gedurende zijn opleiding, zijn echter opvallend, namelijk De Schedel uit 1908 en Knotwilg uit 1909, beide etsen. Het betreffen traditionele motieven, een schedel en een boom, uitgevoerd in academische trant, maar ze zijn wellicht profetisch gegeven de schilder zijn latere obsessie met het vergankelijke en de dood.

In 1913 trouwde Van Leusden met Ine Haze, een muzieklerares. Zij vestigden zich in het vrijstaande buiten Mariënhof aan de Diependaalsedijk te Maarssen.

Al van jongs af had Van Leusden een sterke interesse in het etswerk van Hercules Seghers (eigenlijk Segers), een Hollandse graficus die leefde van 1589/1590 tot omstreeks 1633-1640. Seghers’ etsen hebben een eigen karakter. Hij wist schilderachtige effecten te bereiken door gebroken en gerafelde lijnen te gebruiken, die eindigen in kleine druppelachtige vormen en in dikte variëren. Bovendien maakte Seghers bij zijn druktechniek vaak gebruik van gekleurde vlakken, waar een traditionele ets juist is opgebouwd uit niets dan zwarte lijnen. Zijn techniek was echter een raadsel.

Schedel, Hercules Seghers, omstreeks 1615 à 1630. Het typische lijnwerk van Seghers is in deze ets goed te herkennen. Omstreeks 1948 vervaardigde Van Leusden een kopie van deze ets. Bron: Rijksmuseum via Wikimedia Commons.

Van Leusden was aanvankelijk reeds in zijn studietijd in samenwerking met Laurent Verwey van Udenhout, begonnen met zijn speurwerk naar de etstechniek van Seghers. Verwey van Udenhout was in 1912 bij Van Leusden ingetrokken, maar kwam in 1913 helaas vroegtijdig te overlijden, waarop Van Leusden zijn onderzoekingen staakte.

Pas in 1947 zou Van Leusden, nu 61 jaren oud, zijn studie naar Seghers’ etstechniek intensief hervatten. Naar een anekdote zou hij gedurende normale werkzaamheden in zijn atelier een ingeving hebben gekregen betreffende de brede en gevarieerde lijnen in Seghers’ werk. Van Leusden besloot direct op de etsplaat te tekenen met een oplossing van inkt en suiker. Dit bleek succesvol en zo reproduceerde Van Leusden op basis van foto’s van Seghers’ werk nog enkele andere etsen.

In 1960 publiceerde Van Leusden een bescheiden boekwerkje met zijn bevindingen getiteld Het grafisch-technisch probleem van de etsen van Hercules Seghers. Dit werkje vond helaas weinig navolging.

Een van de eerste vernieuwende stijlen waar Willem van Leusden zich aan waagde was het kubisme, een kunststroming gekenmerkt door afgevlakt volume, verwarrend perspectief en analytische en synthetische beelden. De kubisten reduceerden hun waarneming tot basale vormen als kegels, bollen en kubussen.

Maannacht uit 1917 is een prachtig voorbeeld van een kubistisch werk van Van Leusden. Dit schilderij geeft een landschap bij maneschijn weer, vereenvoudigd tot een geraffineerd samenspel van gestileerde lijnen en vlakken.

Maannacht, Willem van Leusden, 1917. Dit schilderij is tevens in het echt op deze tentoonstelling te aanschouwen. Bron: collectie kunsthandel Pygmalion.

Ploumanac’h, Henri Le Fauconnier, 1908. Bron: Museum Kranenburgh via Wikimedia Commons.

Het is duidelijk dat Van Leusden zich heeft laten beïnvloeden door de Franse schilder en kubist Henri Le Fauconnier, die gedurende de Eerste Wereldoorlog in Nederland verbleef. In 1915 exposeerde het Utrechtse kunstenaarsgenootschap Kunstliefde enkele werken van hem. Het is goed mogelijk dat Van Leusden deze tentoonstelling heeft bezocht.

In Van Leusdens Maannacht zijn tevens de golvende, vloeiende lijnen en vlakken uit het werk van de kunstschilder Han Bayens te herkennen. Han Bayens, die onder meer in Breukelen actief is geweest, schilderde aanvankelijk veel landschappen in de stijl van de Haagse School, maar maakte later een stilistische ontwikkeling door.

Landschap aan de Vecht, Han Bayens. Bron: Museum De Wieger. Bron: Versteegh, Jaap (2022), De schilders van de Vechtstreek (p. 221).

Van Leusdens kubistische abstrahering ontwikkelde zich verder en zo vond hij aansluiting bij de in 1917 te Leiden opgericht kunstbeweging De Stijl, met leden als Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Bart van der Leck en Gerrit Rietveld. Deze beweging zocht naar een pure representatie van de werkelijkheid met tot doel het creëren van een universele stijl. In het gelijknamige tijdschrift De Stijl zijn verscheidene afbeeldingen van Van Leusdens constructivistische tekeningen opgenomen. Het constructivisme, een abstracte Russische kunststroming, is van zekere invloed geweest op De Stijl.

In 1920 vervaardigde Van Leusden naar het gedachtegoed van De Stijl een reeks schilderijen tonende Wajangpoppen, een Javaanse pop gebruikt in schimmenspelen. Zoals ook Van Doesburg gewoon was, worden de voorstellingen van de Wajangpoppen met elk schilderij almaar abstracter, teruggebracht tot hun geometrische grondfiguur. Het laatste werk uit de reeks, Wajang IV, toont uiteindelijk niets meer dan slechts het typische profiel van de kop van de Wajangpop.

Vanaf 1908 gaf Van Leusden tekenles aan de Burgeravondschool voor jongens te Utrecht. Alhier werkte hij onder meer met de toen nog gebruikelijke wandplaten uit de serie van Zwier en Jansma (1896). Deze platen waren bestemd als tekenvoorbeeld die de leerlingen moesten kopiëren. Uit onvrede met de nogal weinig jeuïge en gedateerde onderwerpen en vormgeving van de platen, iets wat onder andere onderwijzers en pedagogen tevens heerste, besloot Van Leusden zelf een reeks schoolplaten te ontwikkelen.

Schoolplaat Stier, Willem van Leusden. Bron: Versteegh, Jaap (2022), De Schilders van de Vechtstreek (p. 226).

Deze schoolplaten, ongeveer dertig in getal, tonen allerlei uiteenlopende onderwerpen, sterk gereduceerd tot slechts horizontale, verticale en diagonale lijnen, zoals Van Leusden gedaan had bij zijn reeks van Wajangpoppen. Opvallend genoeg bevind zich in de verzameling schoolplaten van Van Leusden ook een Wajangpop.

De schoolplaten sloegen zo aan bij Van Leusdens leerlingen en collega’s, dat mevrouw Clasca Bakhuizen van den Brink op basis hiervan een onderwijsmethode voor het tekenen ontwikkelde. Bakhuizen van den Brink was net als Van Leusden tekendocent en bovendien publiciste op het vakgebied. In 1927 werd de Handleiding bij het teekenen op de lagere school uitgebracht; met de methodiek van Bakhuizen van de Brink en de schoolplaten, ofwel figuren, van Van Leusden.

Na in 1930 bijna een jaar lang niet tot werken gekomen te zijn, kwam van Leusden in aanraking met het surrealisme. Naar zijn eigen zeggen zou de Spaanse surrealist Salvador Dalí beslissend zijn geweest voor zijn keuze zich met deze kunstvorm te gaan bezigen. Samen met kunstschilders als Joop Moesman en Willem Wagenaar vormde Van Leusden vervolgens tot omstreeks 1960 de kern van de Utrechtse surrealisten.

De Zwarte Ruiter, Willem van Leusden, 1951. Bron: kunsthandel Pygmalion.

Het surrealisme vond bij Van Leusden in eerste instantie plaats in zijn prentkunst, waaronder zijn etsen. Vanaf 1931 begon de kunstenaar ook surrealistische schilderijen te vervaardigen, wat aanving met de werken Die Frau vom Meer en Moment Musical. Wederkerende thema’s in het werk van Van Leusden zijn het vergankelijke, de dood en de ondergang maar ook de relatie tussen de erotiek en de dood en die tussen kunst en realiteit.

Een schilderij waaruit de thematiek van de dood en de ondergang spreekt, is De Zwarte Ruiter uit 1951. Het stuk is zes jaren na de bevrijding vervaardigd en vertegenwoordigt de Koude Oorlog in de context van de kort daarvoor in 1950 uitgebroken Koreaanse Oorlog. Op het strand liggen de verscheurde vleugels van de vrijheid, terwijl links op het doek, in de verte, de Zwarte Ruiter, staande voor de dood, de zee uitstormt. Twee zwarte rozen aan weerszijden van de voorstelling staan symbool voor het einde van een periode en maken de melancholie compleet. Alhoewel… In het midden heeft Van Leusden een witte roos afgebeeld, een teken van hoop en vertrouwen in de toekomst, een lichtpuntje in de duisternis.

Willem van Leusden overleed in het Utrechtse ziekenhuis Oudenrijn op 8 maart 1974, 87 jaren oud.

 

Meld uzelf aan voor de nieuwsbrief
 © 2024 Vechtstreek Museum
Webdesign: JHmedia